1277
23 JUNI 1980
commissie sociale zaken besproken. In die commis
sie is ook verklaard waarom dit punt niet in de
commissie openbare werken kon worden behandeld.
Daarvoor bestond begrip, al weet ik dat de heer
Garritsen heeft gezegd dat hij eventueel op deze
zaak zou terugkomen. Terecht hebt u opgemerkt dat
deze hele problematiek regelmatig aan de orde is
geweest in de commissie openbare werken en nog
nader aan de orde zal komen. Mede gezien de tijd
wil ik daarnaar verwijzen.
De VOORZITTER: Ik meen dat de interventie
van de heer Hendriksen correct is. In het stuk is
een motivering gegeven van het waarom ten aanzien
van de onderhandse aanbesteding. Daartoe wordt
overgegaan mede op advies van het Rijksconsulent
schap voor de Complementaire Voorzieningen.
Voorts staat in het stuk dat in verband met de
haast de commissie openbare werken niet is gehoord
en dat is niets dan de waarheid.
De heer GARRITSEN: In de commissie sociale
zaken is juist over dit punt een discussie gevoerd,
omdat de betreffende problematiek in die commissie
niet duidelijk aan de orde kon komen. Ik heb het
dan ook een ernstig gemis gevonden dat dit agenda
punt niet in de commissie openbare werken aan de
orde is geweest. Ik wil niet tegen het gehele
voorstel stemmen, maar ik wens wel de aantekening
dat. ik geacht wil worden tegen het punt van de
onderhandse aanbesteding te hebben gestemd.
De VOORZITTER: Het spijt me, mijnheer Garrit
sen, u kunt voor of tegen het hele voorstel stem
men en u kunt niet tegen het halve voorstel stem
men. Wat wilt u?
De heer GARRITSEN: Ik stem voor.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con
form het voorstel var, burgemeester en