23 JUNI 1980 1280 uitdrukkelijke vragen van mijn kant heeft de heer Koertshuis in die vergadering gezegd dat zijn frac tie opbouwwerk in de Spoorbuurt-West belangrijk vindt. Ik wil hem ontzettend graag daaraan houden. De heer Koertshuis heeft een aantal signalen gekregen van de kant van het particulier initia tief, maar de Partij van de Arbeid heeft die niet gekregen, terwijl wij toch best redelijke contac ten hebben met de Stichting Buurt- en Wijkopbouw- werkzoals de heer Koertshuis ook wel zal weten. Verder heeft de heer Koertshuis gezegd dat dit voorstel onzorgvuldig is behandeld, maar dat verwijs ik in zijn richting. Wij willen voorts niet op het ordevoorstel ingaan, omdat de inhoudelijke kant van de zaak de samenhang tussen het opbouwwerk, de stadsver nieuwing en het sociaal plan helemaal niets nieuws inhoudt. Een jaar geleden, bij de behande ling van de plannen inzake stadsvernieuwing, heb ben wij al gezegd dat het hele stadsvernieuwings proces met opbouwwerk dient te worden ondersteund. In het sociaal plan is dat op een aantal plaatsen heel nadrukkelijk naar voren gebracht en in de commissies sociale zaken en openbare werken is daarover keer op keer gepraat, ook naar aanleiding van signalen vanuit de Spoorbuurt. Als dus de V.V.D. naar voren brengt dat er onzorgvuldig is gewogen, is dat mijns inziens een onjuiste in schatting van die kant. Het kan ook te maken heb ben met het feit dat de V.V.D. wel eens moeite heeft met opbouwwerk. Ik wil de raad met klem verzoeken de argumen ten die ik naar voren heb gebracht in overweging te nemen, daarbij bedenkend dat het hele proces in de Spoorbuurt gezegend is met het snel van start doen gaan van het opbouwwerkopdat de ontwikke lingen die daar van de grond moeten komen ook wer kelijk van onze kant uit van de grond kunnen wor den getild. De heer EISSENSHet is over het algemeen de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1280