23 JUNI 1980 1284 Mevrouw SAELMAN-BOELENDat onderwerp doet nu totaal niet ter zake. Wij hebben alleen gevraagd of mensen niet zouden worden toegelaten wanneer zij niet een bepaalde godsdienst niet aanhangen. De heer SCHURING: Dit is volmaakt ter zake doende, want ik zal u vertellen Mevrouw SAELMAN-BOELENHet bestuur van St. Elisabeth heeft een brief geschreven, waarin het stelt De heer SCHURING: Dit punt is volmaakt ter zake doende, want het leukste van het hele geval heeft zich na de commissievergadering afgespeeld en dat wil ik nu aantonen. De VOORZITTER: Het woord is nog steeds aan de heer Schuring. De heer SCHURING: Geïnspireerd door de opmer kingen van mevrouw Saelman, waarvan ik de relevan tie terzijde laat, heb ik opgemerkt dat een indi catiecommissie de doelgroep aanwijst; dat is de regeling die landelijk geldt. Vervolgens kan het tehuis zelf via een toelatingscommissie een keus maken en tot een zekere aanwijzing komen. Gelukkig gebeurt dat niet willekeurig, maar volgens bepaal de criteria, en één van die criteria, wellicht het allerbelangrijkste, is de urgentie. In de tweede plaats wordt er rekening mee gehouden dat een te huis een zekere mate van evenwicht moet kennen voor wat betreft de samenstelling van de bewoners. Men kan natuurlijk niet bijvoorbeeld uitsluitend zeer zware gevallen opnemen, omdat de personeels- samenstelling en de materiële mogelijkheden zich daartegen zouden kunnen verzetten. Voorts wordt ook erkend dat is des Pudels Kern -- de eigen identiteit van een tehuis. De mogelijkheid moet aanwezig zijn om die eigen identiteit ook te rea liseren via het toelatingsbeleid. Je kunt deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1284