1285 23 JUNI 1980 situatie vergelijken met die bij ziekenhuizen en bij het onderwijs. Ten aanzien van het onderwijs legt de overheid de overheid bemoeit zich daar mee zeer nadrukkelijk bepaalde maatstaven van deugdelijkheid aan, maar deze mogen nooit tot ge volg hebben dat een school haar eigen identiteit niet volop kan verwezenlijken. De verwezenlijking van de eigen identiteit op maatschappelijk gebied is de groeperingen welke het C.D.A. schragen sinds jaar en dag lief geweest. Ik verwijs hier voor bijvoorbeeld naar hetgeen Abraham Kuijper heeft geschreven, namelijk dat uniformiteit de vloek van onze samenleving is. Er zijn groepen in Nederland die op deze terreinen hun eigen identi teit hebben verwezenlijkt, dit met eigen, vaak geringe, middelen, met eigen, meestal onbetaalde, bestuursarbeid en ten bate van hen die men noemt "de kleine luiden". Het recht op die eigen identi teit wordt tegenwoordig heel vaak aangevochten, en men spreekt van de vijfde macht. De ambtenaren zouden de vierde macht vormen en de vijfde macht zouden zijn diegenen die zich al deze instanties op maatschappelijk gebied zouden hebben toegeëi gend. Daarbij wordt dan nog gesteld dat dit boven dien niet meer van pas komt, omdat thans de ge meenschap alles betaalt. Deze argumenten zijn ech ter fout. Die instituten zijn niet ontstaan uit de begeerte om te streven naar macht en ook niet om naar macht te zoekenmaar eenvoudigweg omdat men op dit terrein een duidelijk ideaal zag in een tijd waarin de gemeenschap het liet afweten. In de tweede plaats wijs ik erop dat de belastin gen worden opgebracht door alle groeperingen. De angst voor autonomie op maatschappelijk terrein en voor maximale mogelijkheden om de eigen iden titeit te verwezenlijken vond ik enigszins terug in de commissiediscussie. Men vroeg daar: men neemt toch niet alleen maar christelijke mensen aan? Zo wil ik het ter wille van de tijd kort heidshalve maar even vertalen. Heel duidelijk wil ik vooropstellen dat men dat niet doet, maar wel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1285