1295 23 JUNI 1980 aanzien van de belastingtarieven. De motie van de Partij van de Arbeid beoogde in wezen hetzelfde als datgene waarom ik vraag, namelijk prioriteit stelling op dit moment, maar die motie is nu inge trokken. De wethouder heeft gezegd dat bij de be grotingsbehandeling al de in de motie genoemde za ken nog aan de orde zullen komen, maar ik ben van mening dat die toezegging veel te beperkt is. Van daar dat ik tegen de voorstellen zal stemmen. De heer DE BROUWER: Nog eniszins beduusd door het intrekken van de motie van de Partij van de Arbeid, wil ik namens onze fractie ten aanzien van de drie bezuinigingsvoorstellen de volgende stemverklaring naar voren brengen. Het zal u dui delijk zijn dat deze voorstellen onze goedkeuring niet kunnen wegdragen. Ik heb u al gezegd dat wij een heel andere visie hebben op wat bezuinigen zou moeten inhouden. Wij zijn van mening dat dit geen voorstellen tot daadwerkelijke bezuiniging zijn; integendeel. Dit zijn voorstellen welke beogen vooruit te schuiven, en bovendien zijn het voor stellen tot rechtstreekse afwenteling op de bur gers die al door de hogere overheid zullen worden belast en ook al wórden belast, gelet op de cij fers. Die afwenteling geschiedt met name door mid del van de forse verhoging van de onroerend-goed- belasting die in het vooruitzicht is gesteld. Ik zwijg dan nog maar over de aangekondigde tariefs verhogingen Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna ach tereenvolgens conform de voorstellen van burgemeester en wethouders onder de punten 5, 6 en 7 besloten, onder aantekening dat me vrouw Saelman-Boelen en de heren De Brouwer en Garritsen geacht willen worden te hebben tegengestemd. De VOORZITTER: Thans is aan de orde de verde re behandeling van het ordevoorstel van de heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1295