23 JUNI 1980
1300
Tevens hebben zij er recht op te weten hoe een en
ander precies in het vat wordt gegoten, bijvoor
beeld voor wat betreft de doelstellingen van het
opbouwwerk, de taakstelling en de duur. Dit is
mijns inziens een nieuw element in de hele discus
sie, dat onder andere samenhangt met het feit dat
wij gewoon minder financiële mogelijkheden hebben.
Wij willen dus wel over herschikking, pooling van
opbouwwerk praten, maar daarbij zullen dan wel met
de bewoners afspraken moeten worden gemaakt over
de duur van de inzet van opbouwwerk en over de
doelstellingen, waarnaast de prioriteiten van de
gemeente zullen moeten worden gelegd.
Vervolgens wil ik nog een vraag stellen in de
richting van het C.D.A., maar wellicht zal de toe
lichting van de zijde van het college daarove" ook
nog duidelijkheid geven. De heer Römkens heeft
iets gezegd over de tijdsduur van drie jaar, waar
bij hij ook sprak over het stellen van pre-prio-
riteiten. Ik bestrijd de opmerking dat bij het ne
men van dit besluit over het stellen van pre-prio-
riteiten kan worden gesproken. Mijns inziens is
dat niet juist, aangezien wij het vorig jaar bij
de vaststelling van het sociaal plan-stadsvernieu
wing als gemeenteraad hebben gezegd dat er opbouw
werk moet komen. Als zo'n besluit, dat het vorig
jaar is genomen, wordt uitgevoerd kun je niet
stellen dat er een pre-prioriteit wordt gesteld.
Hoogstens kun je zeggen dat het college wat laks
is geweest en een en ander eigenlijk in sneltrein
vaart aan de raad had moeten voorleggen. Ik vraag
mij af wat er nu precies achter de opmerking van
het C.D.A. over de termijn van drie jaar zit.
Wordt daarmee bedoeld dat de inzet van opbouwwerk
beslist tot een periode van drie jaar moet worden
beperkt, of wordt ook door het C.D.A. ingezien dat
de problematiek in de Spoorbuurt zodanig kan zijn
en zo lang kan duren dat het proces misschien tot
vier of vijf jaar moet worden verlengd? Uiteraard
zal dat dan wel gebeuren in overleg met de raad
en de stichting.