23 JUNI 1980 1302 t Wij vinden het wat onzorgvuldig om over dit punt nu al een concrete beslissing te nemen. De fractie ld. van de V.V.D. is niet tegen opbouwwerk en wij zijn r zeker ook van mening dat het opbouwwerk in het ka- r der van de stadsvernieuwing een functie kan ver en vullen. De heer Hendriksen moet eens ophouden met at suggereren dat wij niet voor opbouwwerk zouden voelen, want dat wordt door ons bepaald niet be toogd. Wel meen ik dat wij genuanceerder en gema- dt tigder denken dan de P.v.d.A. over de rol van het et opbouwwerk bij stadsvernieuwingsaangelegenheden. De heer Hendriksen gebruikte het woord "rouwavond" maar ook daarover denken wij wat anders. Wij den- 1 ken dat een opbouwwerker in zijn eentje niet ver- ol- antwoordelijk mag worden gesteld voor het al of ik- niet slagen van de stadsvernieuwing in een beraal- e- de wijk; wij denken daar wat gematigder over. Zo- j als ik al zei is naar onze mening deze behandeling onzorgvuldig voorbereid, zowel vanuit het college als vanuit de andere fracties. Wij zijn van oor- n deel -- wij willen dat bij wijze van voorwaarde stellen dat eindelijk eens moet komen vast te al staan welke de functie en de rol van het opbouw werk in stadsvernieuwingsprojecten zijn. De noti ties die zijn uitgebracht besteden daaraan even eens aandacht en wij vinden dat die rol en functie eens keihard moeten worden bepaald, waarbij ook de consequenties daarvan zullen moeten worden aange geven. Ik denk dan onder andere aan de personeels bezetting waarop de Stichting Buurt- en Wijkop- bouwwerk zich mag beroepen. Ik wil voorts nog ingaan op wat de heer Hen driksen heeft opgemerkt met betrekking tot het contact dat de V.V.D. heeft gehad met de Stichting Buurt- en WijkopbouwwerkDe stichting heeft ons meegedeeld dat er ook contacten zijn geweest met de Partij van de Arbeid. Wellicht heeft men geen contact opgenomen met de heer Hendriksen en is het aan communicatiestoornissen binnen zijn fractie te wijten dat hij daarover niets heeft gehoord. Wij blijven van oordeel dat er een mt k s an de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1302