1305 23 JUNI 1980 opbouwwerker heeft gewacht. Wethouder PAULUSSENHet is erg moeilijk op zo'n veelheid van opmerkingen kort te antwoorden, maar ik zal het wel proberen. De Stichting Buurt- en Wijkopbouwwerk heeft later dan was afgesproken een beleidsplan op tafel gelegd. Ik neem aan dat iedereen daarvoor begrip zal hebben, want het is geen eenvoudige zaak om in samenspraak met de comité's tot een concept beleidsplan te komen. Het plan dat nu op tafel ligt is nog niet definitief, maar het is nog maar een voor-concept dat nog nader moet worden bewerkt. Wij hebben daarom ook gemeend in het preadvies te moeten stellen dat hieraan nog op geen enkele wij ze beleidsvoornemens kunnen worden ontleend. Door ons is sterk gepleit voor een beleidsplan, omdat enerzijds een jaar geleden het college, de raad en de ambtelijke staf van mening waren dat door herschikking de problematiek van het opbouwwerk zou kunnen worden opgelost, terwijl anderzijds besluiten waren genomen in het kader van het so ciaal plan-stadsvernieuwing die eigenlijk door de raad niet financieel zijn vertaald. Men kan dat het college en met name de functiewethouder kwa lijk nemen, maar ik wil er ook op wijzen dat de raad bij de behandeling van de begroting voor 1980 de twee claims die op tafel lagen niet verder naar voren heeft gehaald. In elk geval heeft er van de besluiten op dit punt dus geen financiële verta ling plaatsgevonden. Zij die meenden dat het pro bleem via herschikking viel op te lossen hebben op het beleidsplan willen wachten, maar naar mijn gevoel is een groei van het opbouwwerk noodzake lijk, opdat met name de stadsvernieuwingsproble- matiek op een adequate wijze kan worden opgelost. Hier komt nog bij dat de Spoorbuurt-West indertijd een voorziening had. In januari 1980 bereikte ons echter het eerste noodsignaal als gevolg van het feit dat de opbouwwerker die daar in tijdelijk verband werkte plotseling weg moest. Wij zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1305