23 JUNI 1980
1306
toen nagegaan of de opstelling van het beleidsplan
kon worden versneld. Inderdaad heb ik op een gege
ven moment het bestuur van de Stichting Buurt- en
Wijkopbouwwerk een beetje de pin op de neus gezet
door te zeggen dat het beleidsplan nu werkelijk
heel snel moest komen, omdat het bieden van oplos
singen anders nog veel langer zou worden uitge
steld. Tegelijkertijd zijn wij gaan zoeken naar
incidentele middelen, daar er op dat moment geen
structurele middelen voorhanden waren. Sedert ja
nuari zijn er regelmatig contacten geweest, name
lijk in januari, in april, op 4 juni en op 16 juni
Het overleg met het bestuur van het Buurt- en Wijk
opbouwwerk is goed; tijdens de laatste bespreking,
op 16 juni, waren vier bestuursleden en drie wer
kers aanwezig. Hetgeen de heer Koertshuis heeft
gesuggereerd -- ik gebruik dan nog een zwakke
term neem ik niet voor mijn rekening; ik pro
testeer daartegen ten hevigste. Door het bestuur
van het Buurt- en Wijkopbouwwerk is in goed con
tact met de functiewethouder en de commissie soci
ale zaken aan deze zaak gewerkt en men is hoog
stens onder druk gezet voor wat betreft het op
tijd opstellen van het beleidsplan. Mijns inziens
is dat ook juist in het kader van onze aanpak ten
aanzien van beleidsplannen. Gelet op het voorgaan
de moet ik de richting van de heer Römkens zeggen
dat het beleidsplan op dit moment niet aan de or
de is, zodat ik er nu ook niet op wil ingaan. Zo
dra het is bijgesteld zullen wij er met het be
stuur en de werkers van het opbouwwerk heel orden
telijk in college en commissie over praten. Wij
zullen dan gaan bekijken in hoeverre wij op een
gegeven moment in de contractsfeer met pooling kun
nen gaan werken en welke mogelijkheden er bestaan
op het gebied van herschikking, mét alle bezwaren
die de heer Hendriksen al heeft genoemd. Ik heb
gesteld dat ter oplossing van de situatie op korte
termijn naar incidentele middelen moest worden ge
zocht. Die incidentele middelen zijn gevonden en
ik heb al begrepen dat de raad ertoe bereid is