23 JUNI 1980 1308 zullen in het kader van het sociaal plan zeker nog worden bekeken. Overigens heb ik er geen onduide lijkheid over laten bestaan dat de rol en de func tie van het opbouwwerk naar mijn mening inhouden het ondersteunen van bewonersgroepenopdat de be- wonersgroepen op hun wijze ook tegenspel en tegen krachten kunnen organiseren. De commissieleden zullen nog alle kans krijgen om daarover hun zegje te zeggen. De heer KOERTSHUIS: Ik vind dat de wethouder niet erg netjes was in haar beantwoording met be trekking tot de extra commissievergadering. Ik heb namelijk meegedeeld dat ik 's middags wel kon en 's avonds niet en dat was haar bekend. Ik wil ook nog even terugkomen op het beleids plan van de Stichting Buurt- en Wijkopbouwwerk dat thans in concept gereed is. Er is gesteld dat dit beleidsplan in augustus besprekingsgereed is. Ook is gevraagd of dat plan uiterlijk augustus in de commissievergadering kan worden besproken. Ik wil ervoor pleiten dat dat inderdaad gebeurt. De heer HENDRIKSEN: Ik wil nog even reageren op de interruptie van de heer Römkens in verband met het structureel maken van de middelen voor de opbouwwerker. Hij heeft een hard en duidelijk standpunt naar voren gebracht dat ik wel kan on derschrijven Toen ik het betoog van de zijde van de V.V.D. beluisterde bekroop mij een wat vervelend gevoel. De heer Koertshuis bracht allemaal zaken naar vo ren die zijn betoog zouden moeten onderbouwen, on der andere de berichten die hij heeft ontvangen van de zijde van het particulier initiatief, maar aan de andere kant heeft hij niet gereageerd op wat in de commissie sociale zaken is besproken. Verder heeft hij ook geen contact gezocht met onze fractie. Ik heb even nagegaan wie van onze fractie met de Stichting B.W.O.B. zou hebben gecommuci- ceerd, maar niemand wist daar iets vanaf. Wie moet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1308