24 JANUARI 1980 130 in de raad heeft jaar in, jaar uit de mond vol ge een had van prioriteitenafweging, maar het komt er in t feite niet van. Naar mijn gevoelen en ook naar de mening van anderen is er geen enkele reden - waarom men niet een andere weg zou kunnen volgen te die bovendien nog gemakkelijk voor handen is. Of urt is het soms zo maar dan moet men duidelijkheid verschaffen dat men, met een bepaald idee in jke het achterhoofd per se nu dit terrein wil hebben? P- Als de bank garantie gedurende maximaal an derhalf jaar had gekregen voor de rente van de ne e gatieve stand in rekening-courant, zou naar mijn mening de gang van zaken die mij voor ogen staat, e- door de bank zijn geaccepteerd. We hadden dan over maximaal anderhalf jaar de situatie gezamenlijk kunnen bekijken. ng Ik geloof dat ik maar niet in detail moet gaan aangeven -- hoewel ik daartoe bereid ben at wat de voorstellen van een aantal raadsleden pre or- cies inhielden. Wij zijn onmachtig gebleken om on n ze voorstellen behoorlijk naar buiten uit te dra gen. Dat het zo is gelopen, is bijzonder te betreu - ren en ik zou haast willen zeggen dat dit soort tendensen, ook al wordt dat dan misschien niet be doeld, min of meer op minachting van de raad dui o- den. Ik vind dat een bijzonder vervelende situatie. Er moet geen tendens komen waarbij voor de wethou e ders het uitgangspunt is: "wij weten wat wij wil len" a Tot slot nog iets over de groep van mensen er die mijn opvattingen delen; eigenlijk gaat het na voor een deel ook om hün opvattingen. Men kan van f uit een verschillende optiek tot zo'n visie komen. 1- Zo kan het bijvoorbeeld gebeuren dat iemand bij zonder warm loopt voor het betaald voetbal en dat t hij vreest dat bij aanvaarding van het college r- voorstel inderdaad het faillissement binnenkort voor de deur staat. Dit geldt naar ik meen onder k anderen voor de heer Veelenturf. De heer MARTENSDe naam van een goede en

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 130