23 JUNI 1980 1314 Het door de heer Oomen c.s. ingediende amen dement heeft de volgende inhoud: "De raad van de gemeente Breda, - gehoord de discussies rondom het agendapunt 207, met betrekking tot het voorstel van B. en W. over de beleidsvoornemens van de Stich ting Stedelijk Museum; - besluit in het betreffende besluit punt 1 te wijzigen als volgt: "1. niet akkoord te gaan met de beleidsvoor nemens van de stichting stedelijk museum, zoals deze zijn neergelegd in haar brief van 14 april 1980, en in tegenstelling daarmee de nadruk te leggen op de aar stel ling van een educatief medewerker en de uitbreiding van de aktiviteitenonder handhaving van de noodzakelijke uitgaven voor huisvesting van kantoor en depot in de St. Janstraat, met inachtname van het gestelde onder punt 3 met betrekking tot de financiële gevolgen;"." De heer KAMMERAATHet eerste deel van mijn betoog zal ik maar wat inkorten, omdat de heer Oomen daarover al het een en ander heeft gezegd. De basis van het beleid is inderdaad vorming, ru bricering en instandhouding van de collectie, maar daaraan dient zonder enige twijfel te worden ge koppeld verbreding van het publieksbereik en inten sivering van de educatieve taken. Er zijn twee uitersten mogelijk. Enerzijds kan in de taak van de opbouw en het beheren zozeer worden opgegaan, dat men er helemaal geen publiek bij nodig heeft, en anderzijds kan men in het geheel geen aandacht geven aan ordening en studie ten aanzien van het museumbezit en zich exclusief richten op educatie en presentatie. Geen van beide taakopvattingen is natuurlijk de juiste. Als wij de situatie bezien zijn wij van mening dat in de eerste plaats het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1314