1319
23 JUNI 1980
achtergrond besluiten te nemen. Je kunt zeggen
dat die eisen hiervan toch wel min of meer los
kunnen worden gezien en dat we ten aanzien van het
museum gewoon een aantal knopen moeten doorhakken.
Ik geloof ook wel dat dat nodig is, maar aan de
andere kant kan mijns inziens het college en met
name de betreffende wethouder toch wel een ver
wijt worden gemaakt. In wezen is ook in dit geval
een onhoudbare situatie ontstaan en als ik de
stukken goed heb begrepen bestaat die situatie al
wat langer dan één of twee jaar. Ditzelfde gold
voor meer accommodaties in Breda, die nu zijn ge
sloten. Ik ben dan ook van oordeel dat het colle
ge op dit punt ernstig heeft gefaald. Er moet in
dit geval vrij veel worden besteed voor het op
knappen van de gebouwen, waardoor voor andere ac
tiviteiten weinig geld overblijft. De Partij van
de Arbeid probeert met haar motie te bereiken dat
het museum aantrekkelijker wordt gemaakt en dat
er, populair gezegd, mee de boer op wordt gegaan,
waarbij minder de nadruk wordt gelegd op het in
ventariseren, het wetenschappelijk werk. Ik neem
aan dat dat laatste ook wel zal moeten gebeuren,
maar ik vind toch ook dat aan het museum echt een
functie moet worden gegeven. Ik denk namelijk dat
de functie van het museum in Breda op dit moment
marginaal is. Vandaar ook dat ik met de intentie
van de motie van de Partij van de Arbeid wel kan
meegaan. Wel zal ik graag van de wethouder horen,
mede gelet op wat de heer Kammeraat zei, welke
consequenties dit heeft in de richting van het
personeel
Aan de huisvesting voor de directie en de
medewerkers zal nu eindelijk eens iets worden ge
daan en mijns inziens is dat terecht. Al vaker
heb ik gezegd dat de huisvesting van het hoger en
lager gesalarieerd personeel van de gemeente be
langrijk is. Wij zullen vanavond ook nog een be
sluit nemen met betrekking tot de huisvesting van
de wethouder. Die kwestie is heel snel geregeld,
maar ik meen dat dezelfde verantwoordelijkheid