23 JUNI 1980
1320
geldt ten aanzien van personeel in dienst van
stichtingen die zeer nauw met de gemeente zijn ver
bonden
Wethouder SANDBERG: De heer Oomen bracht in
de eerste plaats als verwijt naar voren dat het in
dit voorstel wederom over een gebouw gaat. Hij kop
pelde daaraan de vraag waar de beleidsvisie blijft.
Wat hij opmerkte is natuurlijk volstrekt terecht,
want eerder hebben wij een dergelijk voorstel be
handeld met betrekking tot de centrale bibliotheek
en daarna hebben we een behoorlijke hoeveelheid
geld gestopt in een gedeeltelijke, bijna uitgekle
de, fasering ten aanzien van de Stadsschouwburg.
Voorts hebben we nog een filiaal van de bibliotheek
gebouwd en we hebben de muziekschool aan tijdelij
ke huisvesting geholpen, om ook daar de druk van
de ketel af te halen. Er zal ook nog een voorstel
komen met betrekking tot de Beeldenaar en ook dat
zal weer het gebouw van de Beeldenaar betreffen en
zo zullen er nog wel wat voorstellen méér komen.
Aanstaande woensdag gaan we met elkaar praten over
de nota Licht op groen en over de voorlopige reac
tie die we vooralsnog ambtelijk beschouwen. Met de
commissie zal dan over het hele accommodatiebeleid
in de meest brede zin kunnen worden gediscussieerd,
maar vooralsnog vormen de gebouwen in de sector
cultuur een heel belangrijk pijnpunt, zodat u kunt
verwachten dat ik in de komende jaren het accent
daarop zal leggen. Wat je namelijk ook wilt doen
in de sector cultuur, iedere keer loop je stuk op
een gebrekkige accommodatie en het niet kunnen aan
pakken van die problemen. Mede gelet op het feit
dat in een reeks van jaren op dat punt in de sec
tor cultuur niet is geïnvesteerd, is het mijns in
ziens volstrekt terecht dat ook in de komende ja
ren daarop het accent wordt gelegd, opdat wij ook
daadwerkelijk een beleid kunnen waarmaken. Men kan
zich afvragen waarom hieraan prioriteit, moet wor
den gegeven en dit op zo korte termijn. Toen ik
één dag wethouder was heb ik het toenmalige