1321
23 JUNI 1980
bestuur van het museum mogen ontvangen. Dit kwam
mij in feite vertellen dat het collectief ontslag
zou moeten nemen als de situatie niet zou verande
ren, aangezien het museum met de beperkte beschik
bare geldmiddelen en de beperkte accommodatie ge
woon niet was te runnen. Thans ligt er dan een
voorstel voor u en wij moeten met elkaar constate
ren dat het geen honorering van de wensen inhoudt.
Het heeft enorm veel tijd gevergd om het spannings
veld tussen het wensniveau en de beschikbare mid
delen te overbruggen en in dat verband keuzes te
maken. Dit voorstel moet niet worden gezien als
een dictaat van het college aan het bestuur en ook
niet als de neerslag van een dictaat van het be
stuur aan het college, terwijl het uiteraard ook
geen dictaat van bestuur en college aan de raad
is. Het is het resultaat van zorgvuldig en langdu
rig overleg, waarvan het besluit is geweest dat
het museum in elk geval moet kunnen functioneren,
omdat het anders beter kan worden gesloten. Ik ben
het er volledig mee eens dat het museum activitei
ten moet gaan ondernemen. Het zal toegankelijk
moeten worden gemaakt en de mogelijkheid moeten
krijgen om zijn publieksfunctie uit te oefenen.
Hiervoor is het evenwel nodig dat het over een
gebouw beschikt. De heer Oomen heeft iets geci
teerd uit de notitie die we aanstaande woensdag
met elkaar gaan bespreken, maar ik kan ook andere
cijfers daaruit naar voren halen. Ik wijs hem er
op dat de personeelskosten ruim 72% van het hele
budget uitmaken, welke personeelskosten verband
houden met één directeur, twee administratiekrach
ten en één vakman. Bij wijze van verwijt heeft de
heer Oomen naar voren gebracht dat de wensen nog
niet zijn gehonoreerd, dat er te weinig is gedaan
aan de benadering van het onderwijs, dat er nog
veel te weinig is gedaan op het terrein van publi
citeit en dat er wisseltentoonstellingen zullen
moeten worden gehouden. Ik ben dat helemaal met
hem eens, maar er zullen dan wel twee of drie
mensen bij moeten komen, die dat alles kunnen