23 JUNI 1980 1322 waarmaken. Men moet niet stellen dat de drieëneen halve man die daar nu werkzaam is eerst het hele wensenpakket moet gaan waarmaken, voordat aan an dere dingen aandacht wordt besteed. Ik ben van oordeel dat de zaken successievelijk op een rij moeten worden gezet om te bekijken wat er kan wor den gedaan. Langzaam, gefaseerd, moet worden geko men op het niveau dat we willen bereiken. Over dat niveau zijn we het wel eens, maar wij denken an ders over de fasering en het stellen van prioritei ten Wat de heer Oomen constateerde met betrekking tot het bedrag van één ton is juist en dat geldt ook voor zijn opmerking ten aanzien van het Bis dom. Van de kant van de gemeente wordt 95,7% van het totale budget gesubsidieerd en gezien de b ;- perkte financiële middelen kan daar op dit moment geen cent bij De heer Kammeraat kan ik toezeggen dat het beleid ten aanzien van de wisseltentoonstellingen zeker niet zal worden afgebroken; integendeel. Ik denk dat wij zelfs de mogelijkheid hebben tot 1983 dat beleid nog enigszins te versterken. Er is een stelpost opgenomen van 30.000,- en het is de be doeling daarmee onder meer mensen aan te trekken die, wellicht in het kader van vervangende dienst plicht, ten aanzien daarvan een bijdrage kunnen verlenen. Wij willen het beleid met betrekking tot de wisseltentoonstellingen met dit soort mensen, overigens tijdelijk en met beperkte middelen, in elk geval overeind houden en het wellicht nog wat uitbreiden, vooruitlopend op een professionele aanpak daarvan. Het proefproject in het kader van de C.R.M.- nota gaat nu van start en over twee jaar vindt daarvan een evaluatie plaats. Ik kan nu natuurlijk niet zeggen dat wij na die twee jaar inderdaad geld zullen kunnen binnenhalen, maar wij blijven daarop uiteraard alert. Ik hoop wel dat de evalua tie te zijner tijd zal leiden tot een herschikking van middelen, waarop wij zullen kunnen inspelen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1322