1327
23 JUNI 1980
Hij stelde onder meer dat hij zich niet kon voor
stellen dat een deel van het college het voorge
stelde beleid zou willen wijzigen. Ik verzoek u
over dit voorstel hoofdelijk te doen stemmen, op
dat duidelijk wordt hoe de wethouders van de Par
tij van de Arbeid hun stem uitbrengen.
Wethouder WELSCHEN: Ik meen dat er op dit
punt geen grote moeilijkheden behoeven te bestaan.
In het voorstel staat dat één lid van het college
tegen is, hetgeen het gevolg is van het feit dat
het college niet voltallig was toen hierover werd
beslist. Mevrouw Paulussen en ik trekken voor wat
dit betreft echter duidelijk één lijn.
De heer VAN ASSELDONK: Ik verzoek toch om
hoofdelijke stemming.
Hierna wordt het voorstel van burgemeester
en wethouders in stemming gebracht en met 24
tegen 12 stemmen aangenomen.
VOOR stemmen: mevrouw Van Rooij-van den Heu
vel, de heren Sandberg, Gielen, Van Asseldonk en
De Brouwer, de dames Saelman-Boelen en Den Ouden-
Jansen, de heren Kammeraat, Brooimans, Eissens,
Ten Wolde, Taks, Veelenturf, Van Dun, Van Duijl,
Suurmeijer, Neeb, Peeters, Van den Broek, Van Ban
ning, Römkens, Van den Wijngaard, Schuring en
Koertshuis
TEGEN stemmen: de dames Elie-van Es en Stut-
terheim-Edelingde heren Paquaij, Van de Steeno
ven, Oomen, Crul, Hendriksen en Welschen, mevrouw
Paulussen en de heren Dreef, Martens en Garritsen.
19. bijlage nr. 208
VOORSTEL VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS TOT
HET BESCHIKBAARSTELLEN VAN EEN KREDIET VOOR
NOODZAKELIJK ONDERHOUD AAN DE DAKEN VAN MA
GAZIJN EN WERKPLAATSEN C.A. VAN HET