23 JUNI 1980
1336
raadsvergadering van 20 november 1978 gekomen met
een motie die door het college van b. en w. werd
overgenomen. In die motie werd het college onder
meer verzocht de raad een rapport voor te leggen,
in welk rapport voorstellen dienden te worden op
genomen die moesten leiden tot een minder kostbare
exploitatie van de grof vuil-dienst. Het totale
aantal uren en derhalve ook de personeelslast ten
aanzien van deze dienst namen toe. In 1977 was het
totale aantal uren 9.700 uren en in 1978 was het
opgelopen tot 14.500. Ook de toepassing van de
plastic zak zorgde voor een grote stijging van de
kosten voor de ophaaldienst voor grof vuil. In ju
li 1979 kwam de nota grof vuil uit en na behande
ling hiervan door de begeleidingscommissie ziekte
verzuim in maart 1980 werd er een aanvulling op de
nota grof vuil uitgebracht. Via een afweging van
factoren is door het college uiteindelijk gekozen
voor één der varianten, die in het preadvies vari
ant C wordt genoemd. De voordelen van deze variant
worden naar mijn mening in het preadvies duidelijk
weergegeven
De heer Van den Wijngaard heeft gezegd dat de
wijze van ophalen goed bekend moet worden gemaakt
en daarmee raakte hij des Pudels Kern, want met
name zullen wij zeer veel aandacht moeten besteden
aan de manier waarop het publiek hierover zal wor
den geïnformeerd. Dit zal gebeuren via de pers,
maar ook via ons eigen bureau ter secretarie. Wij
staan achter de stelling dat er goede voorlichting
zal moeten worden gegeven. De heer Van den Wijn
gaard heeft ook al gezegd dat dit initiatief om
over te gaan op een andere wijze van ophalen van
grof vuil valt of staat met de wijze waarop een en
ander wordt aangepakt.
Verschillende sprekers vragen zich af of deze
nieuwe methode als een experiment moet worden ge
zien f maar namens het college kan ik zeggen dat dat
beslist niet het geval is. Naar mijn gevoel is
voor dit systeem een bewuste keuze gemaakt. Wij
hebben met een gezelschap de wijze van ophalen in