23 JUNI 1980 1338 De heer VAN DEN WIJNGAARD: Kunt u vertellen wat die begeleiding zal inhouden? Wethouder BROOIMANSIk stel mij voor dat de directie en de opzichters van het vervoerbedrijf daarover duidelijke instructies zullen krijgen. De heer DREEF: Als het vuil uit de tuin moet worden gehaald, betekent dit dat weer wordt terug gegaan naar het oude systeem. De heer VAN DEN WIJNGAARDWij gaan dan op nieuw de vernieling in, want dan gaan we wéér met de Bredase burgers praten. De VOORZITTER: Het is mij niet helemaal duide lijk wie nu wie interrumpeert. Wethouder BROOIMANS: Als wij nu ook over ta riefstelling zouden moeten praten, zou daarvan iets in het besluit moeten zijn terug te vinden, maar daarin leest men daarover niets. Ik meen dan ook dat wij over dat punt snel uitgepraat kunnen zijn. De heer VAN DEN WIJNGAARD: Juist daarom vraag ik hiernaar, want mijns inziens is er sprake van een omissie. Straks blijft het vuil toch bij de mensen achter staan. Wethouder BROOIMANS: Als de mensen het achter laten staan, wordt het ook niet meegenomen. Er zal goede begeleiding en goede voorlichting moeten worden gegeven, waarbij duidelijk zal moeten ziin dat wij het vuil niet achter het bos zullen weg halen De heer VAN DEN WIJNGAARD: U hoeft het ook niet achter het bos weg te halen. Ik dring <~r al leen maar op aan lat in de voorlichting duidelijk naar voren wordt gebracht dat uitsluitend het vuil wordt weggehaald dat op het trottoir of in de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1338