1339 23 JUNI 1980 voortuin staat. Tevens moet nadrukkelijk kenbaar worden gemaakt dat er niet meer zal worden aange beld. Wethouder BROOIMANS: De heer Van den Wijngaard kan ervan overtuigd zijn dat dat zal gebeuren. De heer Paquaij is nader ingegaan op de per sonele aspecten, maar zaken van personele aard behoren niet tot mijn portefeuille, maar tot die van de heer Welschen. Ik kan wel zeggen dat over het rouleren nogal wordt gestoeid. Overigens kan ik toezeggen dat collega Welschen en ik aandacht zullen besteden aan wat er speelt. Wij zullen pro beren de problemen op dit punt tot een oplossing te brengen. De heer NEEB: Het spijt me, mijnheer de voor zitter, dat ik van u als eileider toch nog enige tijd moet vragen, maar er moet mij nog één opmer king van het hart. Wat gebeurt er als bewoners hun grof huisvuil op straat zetten, zonder dit aan te melden? Zet u het terug in de huizen, laat u het staan of doet u er iets anders mee? Wethouder BROOIMANS: Dit is een kwestie van politiek. Het zal dan gewoon moeten blijven staan. De heer GARRITSEN: Ik zal tegen dit voorstel stemmen, waarvoor ik in eerste termijn al een mo tivering heb gegeven. Ik ben nog steeds van mening dat over het ophalen van vuil in totaliteit moet worden gesproken, daar ik ernstige bezwaren heb tegen de plastic zak. Dat punt houdt hiermee nauw verband Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna con form het voorstel van burgemeester en wethou ders besloten, onder aantekening dat de heer Garritsen geacht wil worden te hebben tegen gestemd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1339