23 JUNI 1980 1342 bij komt. Verder kan ik mij voorstellen dat er te zijner tijd nog een telefoniste bij zal moeten ko men, al weet ik dat niet zeker. Belangrijk is in dit verband nog het volgende Aan het eind van de agenda treffen wij een voor stel aan tot votering van een krediet voor een reorganisatie-onderzoek bij de secretarie. Ik kan mij voorstellen dat de resultaten van dat onder zoek ook ten aanzien van de telefooncentrale tot wijzigingen kunnen leiden. Misschien zullen die resultaten tot vereenvoudigingen aanleiding geven, zodat de voorgestelde uitbreiding, die wij nu al niet nodig achten, dan zeker niet nodig meer zal zijn. Ik zal het daarom op prijs stellen als dit punt wordt aangehouden tot het reorganisatie-on derzoek is afgerond. De heer PEETERSU vermeldt in het stuk dat u begin januari 1979 in het stadhuis een telefoon centrale in gebruik hebt genomen. Ik kan mij her inneren dat de raad toen uitvoerig over deze tele fooncentrale heeft gediscussieerd. De items welke bij die discussie naar voren werden gebracht waren doelmatigheid en efficiency, maar ik zal graag ho ren of hierbij ook aandacht is besteed aan de nieuwe technieken en of het mogelijk is dat wij binnen niet al te lange termijn worden geconfron teerd met een totale reorganisatie van de telefoon centrale De VOORZITTER: Ik moet de heer Peeters teleur stellen door hem mee te delen dat volgens de notu len van 23 juni 1977 het desbetreffende voorstel zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming werd aanvaard. De indringende discussie waar op de heer Peeters doelt is vermoedelijk niet al leen de notulist ontgaan, maar ook de andere aan wezigen bij die vergadering. Met mevrouw Saelman verschillen wij nadrukke lijk van mening. Volgens de metingen van de P.T.T. is er sprake van drukker telefonisch verkeer,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1342