1343 23 JUNI 1980 zodat wij deze uitbreiding als een noodzakelijk heid beschouwen. Daarbij moet ik nog opmerken dat iedere relatie die wordt gelegd naar het laatste voorstel van de agenda uit den boze is; dat heeft er niets mee te maken. Het onderzoek dat straks aan de orde wordt gesteld is ook helemaal geen reorganisatie-onderzoek. Namens het college per sisteer ik bij dit voorstel. Mevrouw SAELMAN-BOELENAls er een tekort zou zijn aan binnenkomende lijnen, zou het ons sinds wij in deze raad functioneren toch minstens éénmaal moeten zijn opgevallen dat wij eindeloos lang op een verbinding moesten wachten? Dat is mij echter nog nooit opgevallen. Bij nadere infor matie bij de telefooncentrale is ons ook gebleken dat er op dit punt niet zo veel knelpunten blij ken te bestaan. De knelpunten liggen op een heel ander terrein en worden door een uitbreiding van de centrale totaal niet opgelost. U zegt dat de reorganisatie hiermee niets van doen heeft, en dat is natuurlijk gemakkelijk gezegd, maar wanneer bepaalde instanties in andere kamers en bij andere disciplines terecht komen is het goed voorstelbaar dat de voorgestelde uitbreiding niet nodig blijkt te zijn, terwijl het zeker waarschijnlijk is dat de centrale dan zal moeten worden aangepast. Wij blijven van mening dat nu juist op dit punt zou kunnen worden bezuinigd. De heer OOMEN: Ik wil er bij interruptie even op wijzen dat tijdens de behandeling van de begro ting- 1980 in de commissie algemene zaken door mij namens mijn fractie tegen deze post bezwaren zijn gemaakt. Toen hoorde ik mevrouw Saelman niet. Mevrouw SAELMAN-BOELEN; Wij mogen in de raad toch zeker wel naar voren brengen wat wij te zeg gen hebben? De VOORZITTER: Zo is het, maar dat geldt dan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1343