18 AUGUSTUS 1980 1375 tweetal korte vragen stellen. a. In welke mate maken de individuele collegeleden gebruik van de dienstauto's? b. Wanneer de twee collegeleden die tegen de aan schaf hebben gestemd van deze auto geen gebruik maken, is de aanschaf van bedoelde auto dan wel noodzakelijk? ANTWOORD 1. De mate, waarin de individuele leden van ons college gebruik maken van een dienstauto is in het verleden niet exact bijgehouden. Deze vraag is derhalve niet te beantwoorden. 2. De twee collegeleden, die tegen de aanschaf van een tweede auto hebben gestemd, maken bij tijd en wijle wel gebruik van een dienstauto. De in druk bestaat, dat zij dat zeker niet minder frequent doen dan de overige leden van ons col lege Dit medegebruik noopte ons mede het door U ge noemde voorstel te doen. Dat de bedoelde twee collegeleden in de raad tegen het voorstel hebben gestemd, vindt zijn oorzaak in het feit, dat hun voorwaarde voor het stemmen vóór het voorstel niet was vervuld. Deze voorwaarde hield in dat tegenover de aan schaffing van de tweede dienstauto de afschaf fing van de autovergoeding voor collegeleden zou moeten staan. VRAAG (gesteld in de raadsvergadering van 23 juni 1980)., De heer Oomen Met betrekking tot het woonwagencentrum: Alle frac ties hebben een afschrift gekregen van een brief van de nieuwe bewoners van de Emerweg, waar zich

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1375