18 AUGUSTUS 1980 1377 enigerlei verplichting op zich heeft genomen. Bij de keuze van de locaties voor de tijdelijke woon wagencentra is de mogelijkheid van aansluiting op de centrale-antenne-inrichting geen optie geweest. Wij merken op, dat ook de locatie Driekoningenoord buiten de grenzen van het machtigingsgebied is gelegen VRAAG (d.d. 25 januari 1980 ingevolge art. 40, 2e lid R.v.O. Mevrouw J. Stutterheim-Edeling Het vuilstort Bavel staat de laatste weken in meerdere betekenissen in een zeer slechte reuk. Alarmerende mededelingen van omwonenden, milieu groepen en bewoners van de wijk Breda-Oost, elkaar soms tegensprekende berichten in de pers over dit onderwerp geven ons aanleiding U om opheldering te vragen. 1Kunt U ons mededelen in hoeverre de gemeente Breda kan medewerken aan het terugdringen van de klachten over stankoverlast en overlast van ongedierte, afkomstig van de vuilstortplaats? 2Wat is er voorts waar van de berichten dat er op de vuilstort en/of in de zogenaamde leemput zaken terechtgekomen zijn die daar volgens de hinderwetvergunning niet mogen komen, zoals: ziekenhuisafval van Bredase ziekenhuizen, orga nisch vuil en slachtafval, faecaliën, rioolslib van de rioolwaterzuivering en de inhoud van kolkzuigers 3. Er bestaat ernstige ongerustheid over het niet alleen directe, maar mogelijk later optreden van giftige processen bij ontbinding van ge stort afval, waarin zich chemicaliën bevinden van Bredase of andere industrieën. 4. In hoeverre kan Breda verhinderen dat zaken die soms van zeer ver buiten de regio komen en el ders geweigerd worden op vuilstortplaatsen o.a. in Nijmegen, of bij verbrandingsovens o.a. in

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1377