1378 18 AUGUSTUS 1980 Rotterdam, gedeponeerd worden op een plaats gelegen vrijwel tegen de bebouwde kom van een Bredase woonwijk. 5. Welke zekerheid is er dat het toezicht op en het voorkomen van ongeoorloofde stortingen o.a na sluitingstijd en in de weekeinden, al dan niet door gaten in of ontbreken van omheining of door misbruik van aan derden verstrekte sleutels van de toegangspoort, afdoende plaats vindt? 6. Hoe is het mogelijk dat verschillende meetge- tallen over de vervuiling en vergiftiging van de leemput gepubliceerd zijn en wat moeten we denken van de verschillen in de mededelingen over mogelijke risico's voor het drinkwaterge bied, zoals die van de directeur van het water leidingbedrijf in Dorst en van de zijde van de Grontmij verstrekt worden? 7. Kan hiernaar een onafhankelijk onderzoek inge steld worden door een instantie als bijv. het T.N.O.? ANTWOORD De door U gestelde vragen, beantwoorden wij met excuus voor de opgetreden vertraging onder herha ling van het door U gestelde als volgt: Ad. 1. De gemeente Breda kan slechts in beschei den mate meewerken aan het terugdringen van de klachten over stankoverlast en over last van ongedierte, afkomstig van de vuilstortplaats Bavel. Wij hebben met be trekking tot de wijze van storten door de Grontmijop grondgebied van de gemeente Nieuw-Ginneken geen enkele bevoegdheid. De medewerking aan het terugdringen van genoemde overlast bestaat dan uit: - het aandringen bij de verantwoordelijke instanties op een goed toezicht op een goede naleving van de verleende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1378