18 AUGUSTUS 1980
1379
vergunningen
- het niet zelf als gemeente dan wel niet
op het juiste tijdstip aanbieden van stof
fen welke zouden kunnen bijdragen aan het
veroorzaken van overlast.
Ad. 2. Het is niet mogelijk dat de door U opgesom
de stoffen op de vuilstort en/of in de zo
genaamde leemputten terecht gekomen zijn.
De Grontmijis de eerst verantwoordelijke
wat betreft stortingen op de stortplaats.
De controle op de naleving van de vergunnin
gen berust bij de provincie c.q. bij de ge
meente Nieuw-Ginneken. Van de zijde van on
ze gemeente worden de door U opgesomde of
bedoelde stoffen niet, dan wel niet in
strijd met de verleende hinderwetvergunning,
voor storting aangeboden.
Ad. 3. Deze ongerustheid wordt door ons niet zon
der meer gedeeld. Wel past een grote waak
zaamheid ter signalering van het optreden
van processen waarbij giftige of anderszins
schadelijke stoffen vrijkomen. Zie overi
gens ook het antwoord op vraag 7
Ad, 4. De gemeente Breda kan dit in het geheel niet
verhinderen. Ter informatie delen wij U
echter dienaangaande het volgende mede
Ingevolge de afvalstoffenwet, die op 1 okto
ber 1979 in werking is getreden, zal door
Provinciale Staten een afvalstoffenplan
worden opgesteld, waarbij samenwerkingsge
bieden aangewezen worden die een regeling
treffen voor de verwijdering van de in dat
gebied vrijkomende afvalstoffen. Uitgangs
punt is dat elk samenwerkingsgebied de in
dat gebied vrijkomende afvalstoffen binnen
de eigen regio verwerkt, tenzij in het pro
vinciaal plan anders is bepaald.
Ad. 5. Er vindt geen toezicht plaats op
m
an
n
d a
i
ig
its
an
tfe
i
je-
:er-
de
fe
it