18 AUGUSTUS 1980
1387
1. dat ons college niet alleen bereid is onder be
paalde voorwaarden woonruimte ter beschikking
te stellen voor moeilijk te vervullen vacatures
in het bedrijfsleven, maar dit in de praktijk
ook reeds tientallen jaren doet;
2. dat ons college bereid is om in overleg met het
bedrijfsleven de criteria nader te overwegen.
Voor de late beantwoording van Uw vragen bieden
wij U onze verontschuldiging aan.
VRAAG (d.d. 9 maart 1980 ingevolge art. 40, 2e lid
R.v.O.
De heer N. Garritsen:
1. Kan het college mededelen welke functies dhr.
Römkens vervult, en welke daarvan onverenigbaar
zijn met het lidmaatschap van de raad?
2Heeft het college in haar vergaderingen gespro
ken over de vervulling van de vacante wethou
derszetels en is daarbij ook aan de orde geweest
een eventueel wethouderschap van de heer Röm
kens?
3. Is de heer Römkens voor het gehele huidige col
lege acceptabel als wethouder? Zo niet, waarom
niet?
4. Zijn er, na het plotseling aangekondigde ver
trek van de heer Broeders, op dit ogenblik wet
houders die overwegen op te stappen voor het
aflopen van deze raadsperiode? Zo ja, wie en
wanneer?
ANTWOORD
Ad 1De tot raadslid benoemde legt tegelijk met
de geloofsbrief een door hem ondertekende
verklaring over, vermeldende alle openbare
betrekkingen, die hij bekleedt (artikel U4