1396 18 AUGUSTUS 1980 De heer GOOS: Ik weet zeker dat ik namens mijn fractie het volgende mag zeggen. Over de on derhavige verkeersproblematiek zijn we altijd al bezorgd geweest en we staan dan ook graag achter het ter tafel liggende voorstel, opdat er zo snel mogelijk verkeerslichten komen. Het voorstel moet zeker niet worden aangehouden. De heer De Brouwer wil te weten komen of er in door hem bedoelde zeer korte periode ongelukken zijn gebeurd. Aan de an dere kant lijkt het mijnu de Meidoornstraat weer geopend is, bijzonder wenselijk zo snel mo gelijk daarna tot het plaatsen van de verkeers lichten over te kunnen gaan. Overigens ben ik het in zoverre met de heer De Brouwer eens, dat ik graag te zijner tijd gegevens op papier zal zien. Uit die gegevens zal naar ik verwacht blijken dat het bijzonder meevalt. Mevrouw SAELMAN-BOELENWaarom is de Mei doornstraat dan weer geopend?! Wethouder VAN DUN: In tweede termijn kan ik heel kort zijn, omdat de heren Van de Steenoven en Goos mij eigenlijk al het gras voor de voeten hebben weggemaaid. In de eerste plaats dit: het antwoord op vragen van de heer Van de Steenoven over de problematiek van de Meidoornstraat is al geruime tijd in het bezit van de vragensteller, de leden van de commissie en waarschijnlijk ook de leden van de raad. De vragen zijn geruime tijd geleden beantwoord. In de tweede plaats heeft de heer Van de Steenoven terecht gerefereerd aan de behandeling in de commissie ruimtelijke ordening waarbij uitdrukkelijk is betoogd dat de door de heer De Brouwer bedoelde problematiek van de Mei doornstraat niets te maken heeft met het onderha vige voorstel. De VOORZITTER: Het debat over dit agendapunt is hiermee afgesloten. I'k stel voor het voorstel te aanvaarden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1396