18 AUGUSTUS lyyo
1409
Op de eerste plaats constateert onze fractie
dat de verhoging van de privacy gepaard gaat met
een kostenfactor, namelijk een lagere opbrengst
van 11.000,-- per jaar. Gezien het grote goed
van de bescherming van de privacy, is een derge
lijke kostenfactor naar de mening van onze frac
tie alleszins verantwoord.
Daarnaast stelt het college in het onderhavi
ge voorstel voor de leges voor het verstrekken van
fotokopieën van schriftelijke stukken op grond van
een verzoek ingevolge artikel 1 van de Wet open
baarheid bestuur, drastisch te verlagen, namelijk
van 2,10 tot 0,25 per bladzijde. Onze fractie
ondersteunt de motivering die het college tot dit
voorstel heeft gebracht: een bedrag van 2,10
getuigt niet, aldus het college, van een gemakke
lijke benadering van de Wet openbaarheid bestuur.
Daarentegen dient wèl te worden geconstateerd dat
het bedrag van 2,10 de integrale kosteprijs be
treft. Het voorstel tot verlaging van het tarief
tot 0,25 betekent derhalve een kostenfactor die
ten laste komt van de budgettaire capaciteit.
Het is alleszins begrijpelijk dat het college
in het voorstel de financiële consequenties van de
uitvoering van de W.O.B. onvermeld laat, gezien de
nog vrij recente invoering der W.O.B. Gezien ech
ter de achtergrond van de komende begrotingsbehan
delingen, nodigen wij het college uit vóór deze
behandelingen tot een opstelling van de hier be
doelde kosten te komen.
Tot slot nog een enkele opmerking over het
door het college gekozen tarief van 0,25. Het is
op zich goed dat men zich conformeert aan het ter
zake geldende rijkstarief. Onze fractie staat even
als het college op het standpunt dat het goed is
de openbaarheid niet te belemmeren door hoge ta
rieven. Met andere woorden: de openbaarheid is een
dusdanig groot goed, dat zij geld mag kosten. An
derzijds zijn wij echter ook van mening dat er een
afweging moet kunnen plaatsvinden op basis van de
werkelijke kosten, reden waarom wij het college