18 AUGUSTUS 1980 1411 verandering behoeft. Ik wil echter nu niet met een motie komen, maar die punten te zijner tijd eens in de commissie aan de orde stellen. Wel wil ik u alvast zeggen dat ik daarmee doel op een aantal gegevens die het college en ambtenaren wélmaar de raadsleden niet kunnen krijgen. Dit soort dis criminatie, zoals ik het toch wel wil noemen, hoort mijns inziens niet in de legesverordening thuis De VOORZITTER: Ik wil eerst enkele algemene opmerkingen maken. Inderdaad heeft de heer Garrit- sen tijdens de begrotingsbehandeling indiening van een motie achterwege gelaten naar aanleiding van mijn toezegging dat dit onderwerp nog voor de zo mervakantie ter sprake zou komen, zoals, in de commissie algemene zaken, ook is gebeurd. Thans, vlak na de zomervakantie, is dit voorstel in de raad aan de orde. In feite is deze wijziging van de legesverordening een uitvloeisel van de beslis sing die al omtrent deze zaken is genomen; in ver band daarmee zijn de artikelen 11 en 12 van de le gesverordening vervallen. Ik wil u overigens niet verhelen dat tegen het doen vervallen van de arti kelen 11 en 12 wel een enkel bezwaar is gerezen, maar het ligt vanzelfsprekend voor de hand dat het college die bezwaren heeft afgewezen. De beslissing daaromtrent was genomen en de consequentie daar van is deze wijziging van de legesverordening. De privacy-problematiek in het algemeen is op het ogenblik in de commissie algemene zaken aan de orde. U weet dat, dus ik hoef het niet al te na drukkelijk mee te delen. Bij de eerste bespreking, op 4 augustus, zijn wij er niet helemaal uitgeko men zodat binnenkort die bespreking zal worden voortgezet, temeer omdat de privacy-verordening en de reglementen welke ten aanzien van de bestan den moeten worden vastgesteld op elkaar moeten aansluiten Over de kosten zal wellicht de heer Van Ban ning nog een enkele opmerking maken. Deze kosten

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1411