1412 18 AUGUSTUS 1980 zijn belangrijk verlaagd. Het bedrag van een kwartje sluit aan bij de rijksmaatregelen die zijn genomen. Ik meen dat ons voorstel hieromtrent juist is. Het is de moeite waard en ook nodig om de tarieven op deze wijze vast te stellen. Wel licht wil de heer Van Banning nog een toelichting op de financiële kant geven. Wethouder VAN BANNING: Ik ben uiteraard bij zonder blij met de waardering die zowel door de heer Römkens als door de heer Garritsen is geuit ten aanzien van dit voorstel. Vanzelfsprekend kan ik mij geheel scharen achter hetgeen u met betrekking tot dit voorstel hebt gezegd. De heer Römkens heeft er nog wel enkele kant tekeningen bij geplaatst. Hij heeft gesteld dat de mindere opbrengst van 11.000,- wel zal blij ken bij het afsluiten van de jaarrekening, het geen mijns inziens een terechte opmerking is. Ver der heeft hij gevraagd of bij de begrotingsbehan deling al iets kan worden meegedeeld omtrent de kosten bij verstrekking tegen een bedrag van 0,25, maar ik denk dat dat uitermate moeilijk zal zijn, omdat wij op zo korte termijn vermoede lijk nog niet zullen kunnen beoordelen in hoever re van deze faciliteiten gebruik wordt gemaakt. Het is nog de vraag hoeveel mensen er gebruik van zullen maken en in welke richting er het meest gebruik van zal worden gemaakt, met betrekking tot openbare werken, bestuur en kabinet, secreta rie of stadsontwikkeling; ook dat weten wij nog niet precies. Ik meen dat er nog enige tijd over heen zal moeten gaan alvorens wij dat zullen kun nen beoordelen. Zodra er tot een oordeelsvorming kan worden gekomen en tevens blijkt dat het om aanzienlijke bedragen gaat, zullen wij niet nala ten dit onderwerp aan de orde te stellen. Indien het mogelijk is hierover al iets bij de begro tingsbehandeling mee te delen, waaromtrent ik evenwel grote twijfels heb, zal dat zeker gebeuren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1412