18 AUGUSTUS 1980 1425 bezwaren ten aanzien van Hoechst zijn mijns in ziens geheel duidelijk. Onze fractie is evenwel tot de conclusie gekomen dat wij de beide voeten op de grond moeten houden. Van de zijde van de Re gionale Inspectie Volksgezondheid is verklaard dat het hier een relatief zeer veilig chemisch concern betreft, waar sprake is van een eenvoudig chemisch proces. Vervolgens moeten wij ons realiseren dat de afstand van het bedrijf tot de te bouwen wonin gen volstrekt gelijk is aan de afstand van het be drijf tot de Hoge Vucht. Ik meen dat wij dit soort zaken dienen te relativeren en in hun juiste pro porties moeten zien. Wij moeten niet meteen toege ven aan de eerste klacht die wordt geuit of het eerste bezwaar dat op tafel wordt gelegd. Kwesties met betrekking tot het milieu worden tegenwoordig wel eens wat erg hoop opgekloptDe problemen op dat punt willen wij niet ontkennen, maar wij vin den wel dat zij in hun juiste proporties moeten worden gezien. Onze fractie kan zich volstrekt vinden in het voorstel dat u op tafel hebt gelegd. De heer GARRITSENIk wil met betrekking tot dit bestemmingsplan een drietal punten aan de orde stellen, en het eerste daarvan is de woningdiffe rentiatie. In deze raad is altijd keihard gesteld dat ten aanzien van de eerste fase geen bijstel ling meer mogelijk is en dat de woningdifferentia tie daarvoor vastligt op basis van het structuur plan, waaronder het regionaal woningmarktonderzoek ligt. Toch kunnen wij constateren dat regelmatig kleine verschuivingen plaatsvinden. Mijn vraag luidt dan ook of de differentiatie voor de eerste fase inderdaad wel spijkerhard is vastgesteld op de percentages, waarover indertijd de discussie in de raad nogal hoog opliep er kon toen zelfs geen wijziging met 1% meer worden aangebracht --, öf dat er toch op dit moment al sprake is van een wijziging in de woningdifferentiatie. Ik wijs hierbij op het feit dat er wat meer woningen voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1425