1432 18 AUGUSTUS 1980 Hij droeg daarvoor drie argumenten aan, namelijk het werkgelegenheidsbeleid, met name ten aanzien van de bouw, het aantal woningzoekenden in Breda en de inzakkende woningmarkt. Verder heeft de heer Van de Steenoven de wethouder, die namens het college spreekt, voor een grammofoonplaat versle ten. Hij veronderstelde dat ik uiteraard het vol gende zou zeggen: 1. Wacht u rustig op de nota volkshuisvesting. 2. In het programakkoord staat vermeld dat we het structuurplan Haagse Beemden, dat terecht is gebaseerd op het regionaal woningmarktonder zoek, als uitgangspunt nemen. 3. Enkele stereotiepen die ik echter nu achterwege wil laten. Niets is evenwel minder waar. Hierbij wil ik ook betrekken de opmerkingen die de heer Garritsen over dit punt heeft gemaakt. Men doet het voorko men alsof wij voor wat betreft de Haagse Beemden op elk moment van de dag, wanneer er een beleids vraagstuk of een calamiteit op ons afkomt, de tijd hebben om met elkaar rond de tafel te gaan zitten, beleidsimplicaties op een rij te zetten, studies daarop los te laten, de wetenschappers te verzoe ken om een vertaling daarvan, een en ander weer terug te koppelen, financiële richtlijnen te ge ven en vervolgens op weg te gaan naar een plano logische opzet. Ik denk dat de raad in grote meer derheid weet dat, ondanks de wellicht grote aan trekkelijkheid van deze stellingname, de situatie anders ligt. ^1 wij in een X aantal jaren met rijkssubsidie en in het kader van een doelstelling vanuit het nationaal beleid iets moeten gaan doen, zullen wij altijd globaal achter een aantal fei ten blijven aanlopen. Dat is misschien jammer, maar het is een feitelijkheid die geldt voor ge heel Nederland en misschien zelfs voor de hele we reld. Het is onmogelijk om uitgangspunten voor de ruimtelijke ordening van een gebied zoals de Haagse Beemden op elk moment waarop wij daaraan, wellicht terecht, behoef»e hebben nader te bezien

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1432