434
18 AUGUSTUS 1980
Wethouder VAN DUN: Het lijkt mij goed dat ik
eerst mijn boodschap verder naar voren breng. Nog
maals wil ik in de richting van de heer Van de
Steenoven nadrukkelijk stellen dat niet de indruk
moet worden gewekt dat morgen een bijdrage kan
worden geleverd tot de oplossing van een stukje
van de woningnood. Ook mag niet worden gesugge
reerd dat wij morgen een bijdrage zouden kunnen
leveren aan de bestrijding van de werkloosheid
die, naar mij is verzekerd, in de bouw nog veel
grotere vormen zal gaan aannemen. Wij kunnen ook
niet de problematiek van de inzakkende woningmarkt
oplossen door klits-klats-klandere in het kader
van dit bestemmingsplan en bijvoorbeeld ook het
bestemmingsplan dat u de volgende maand wordt aan
geboden rechts of links uit de flank, zoals ik zo
vaak mag zeggen, meer sociale c.q. woningwetwonin
gen in de Haagse Beemden neer te zetten. Hierbij
spelen problemen van zeer omvangrijke aard. Het
is verdomd interessant om met de heer Garrtisen
te zeggen: formuleer je beleid en loop dan tegen
de lamp of met je hoofd tegen de balk in Den Haag,
waar bovengrenzen gelden voor sociale, gesubsidi
eerde bouw, en loop en terecht tegen de
lamp bij je eigen collega-wethouder van financiën,
die waakt over de exploitatie-opzet van de Haagse
Beemden, waarvoor wij rijksmedewerking hebben
verkregen op basis van de differentiatie die de
raad heeft vastgesteld. Wat de heer Garritsen wil
kan dus niet. Ik ben er wel bl'ij om dat wij tóch
in het kader van de nota volkshuisvesting een mo
ment hebben ingebakken om op basis van het pro
gramakkoord even stil te staan en om ons heen te
kijken. Overigens heb ik al meermalen in deze
raad gezegd dat wij de werkingssfeer van de nota
volkshuisvesting ten aanzien van de Haagse Beem
den niet moeten overschatten. Los hiervan staat
de vraag hoe men een onderzoek van de sociografi
sche dienst, of het nu een woningbehoefte-onder
zoek of een marktonderzoek is, inschat. Ik ver
stout mij bijna te zeggen dat men, wanneer de