18 AUGUSTUS 1980
1435
uitkomsten van zo'n onderzoek niet precies passen
binnen de verwachtingspatronen die men heeft, wel
licht het onderzoek als zodanig ter discussie wil
stellen. Naarmate de uitkomsten voor deze of gene
wat interessanter zijn zal waarschijnlijk het be
zwaar tegen de onderzoeksopzet afnemen, terwijl
het genoegen daarover juist zal toenemen.
De heer VAN DE STEENOVEN: Ik heb er behoefte
aan daarop te reageren.
Wethouder VAN DUN: Er is nog een tweede ter
mijn, hoor.
De VOORZITTER: Misschien wilt u met wat u wilt
zeggen nog even wachten, mijnheer Van de Steenoven.
De heer VAN DE STEENOVEN: Ik vind dat het de
discussie nooit zo ten goede komt als je zo lang
moet wachten met reageren.
Wethouder VAN DUN: Ik wil, kortom, af van het
imago als zou de gemeenteraad op dit moment, bij
de vaststelling van dit bestemmingsplan, iets kun
nen doen, dat van enige importantie zou kunnen
zijn, aan de drie zware sociaal-maatschappelijke
problematieken die terecht worden gesignaleerd,
namelijk de werkgelegenheid, de woningnood en de
inzakkende woningmarkt. Ik wil verder opmerken dat
wij die heilige 30% niet singulier ervaren, maar
dat die met name ook is gegrond op afspraken met
Binnenlandse Zaken in het kader van de exploitatie-
opzet, met Financiën, met de staatssecretaris en
met de toenmalige minister.
De heer GARRITSENU zegt dat u die 30% niet
singulier ervaart. Kunt u mij duidelijk maken wat
u daarmee bedoelt? U drukt zich weer zo mistig
uit.
Wethouder VAN DUN: De indruk wordt wellicht