18 AUGUSTUS 1980
1439
uit het gebied worden geïnformeerd. Het zou bijna
van slecht beleid getuigen als ik dit niet zou
toezeggen. Ik zeg dat dus toe, enerzijds omdat ik
vind dat de bewoners recht hebben op die informa
tie en anderzijds om een heel opportunistische
reden. Wij hebben hen namelijk straks ook nodig.
Heel nadrukkelijk zullen wij duidelijk dienen te
maken dat wij daar een aantal eigendomsverschui
vingen willen realiseren om datgene mogelijk te
maken wat wij conform de voorstellen ten aanzien
van dit bestemmingsplan wensen.
Mijn volgende punt, waarop ik niet te lang
wil ingaan, is Hoechst, dat met betrekking tot al
le bestemmingsplannen in verband met de Haagse
Beemden aan de orde is geweest. Ons uitgangspunt
is niet door ons alleen uitgevonden, maar in nauw
overleg met de milieu-inspectie in deze provincie
bepaald. Op verzoek van de heer Garritsen hebben
wij verslag gedaan van de geluidsmetingen met be
trekking tot Hoechst. In verband met de huidige
setting van Hoechst en de huidige setting van het
structuurplan Haagse Beemden is er geen enkele re
den voor zorg over de geluidsoverlast. Hierbij
speelt echter nog een aantal andere zaken, name
lijk in de eerste plaats de mogelijke gedachte aan
uitbreidingen en in de tweede plaats de formele
procedure in het kader van de wet op de Ruimtelij
ke Ordening inzake de planschade. Hoechst heeft te
allen tijde het recht gebruik te maken van de be
palingen van de wet op de Ruimtelijke Ordening die
in bepaalde situaties kunnen worden toegepast,
maar Hoechst zit met het probleem dat het zich wat
moeilijk op die bepalingen kan beroepen, daar het
niet ten principale bezwaar heeft aangetekend op
zekere momenten, hetgeen had kunnen leiden tot ac
ties uit hoofde van de wet op de Ruimtelijke Orde
ning. Om die reden maakt Hoechst het is verve
lend, maar ook heel begrijpelijk bezwaar tegen
elk bestemmingsplan betreffende de Haagse Beemden,
dat binnen de werkingssfeer van Hoechst ligtIk
denk dat wij deze kwestie kunnen oplossen als het