",446 18 AUGUSTUS 1980 gebruik maken, of zij dat nu graag willen of niet. Wanneer wij consequent in alle nieuwe wijken uit sluitend grote centrale winkelcentra plannen, zal er op de duur in de buitenwijken geen enkele klei ne detaillist meer zijn te vinden. Tenslotte wil ik erop wijzen dat op mijn vraag over een bepaalde zinsnede in de BODEM-bro- chure nog helemaal niet is ingegaan. Ik doel dan op het gestelde dat voor toekomstige werknemers in Breda de huisvesting geen enkel probleem zal opleveren en dat het gemeentebestuur ertoe in staat is voldoende bemiddeling te geven voor het oplossen van problemen op dat punt. Volgens mij is dat gewoon een pertinente onjuistheid. De heer GOOSIk dank de wethouder voor zijn toezegging dat hij de meest betrokkenen van de ontwikkelingen op de hoogte zal houden. Eén vraag is nog blijven liggen en het lijkt mij goed dat ik die hier stel, aangezien die ver band houdt met de totale verkeersafwikkeling in dit gebied. Zojuist heb ik een aantal straatnamen genoemd die velen in deze raad wellicht onbekend waren, maar de naam die ik nu wil noemen zal ieder een bekend zijn. Ik wil namelijk vragen op welke termijn de doortrekking van de Ettensebaan via de Tuinzigtlaan richting Haagse Beemden zal plaats vinden. Ik meen dat door die doortrekking voor een groot deel tegemoet zal worden gekomen aan het bezwaarschrift van de R.B.T.-veiling. De heer TEN WOLDE: Gelet op mijn betoog in eerste instantie zult u begrijpen dat ik inhoude lijk weinig meer over het bestemmingsplan zal zeg gen, maar wel wil ik nog iets opmerken met. betrek king tot de standpunten die binnen het college be staan. In de vakantietijd heb ik mij beraden over wat er nu eigenlijk gaande is in het kader van de Bredase politiek. Ik moet constateren dat de Par- 'ij van de Arbeid, die openbaarheid van bestuur en openbaarheid van argumenten erg hoog in het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1446