18 AUGUSTUS 1980
1447
vaandel heeft geschreven, nu zij in het college
zitting heeft ten aanzien van bijna alle essentië
le kwesties en belangrijke raadsvoorstellen een
minderheidsstandpunt inneemt. Vanuit onze liberale
visie hebben wij daarvoor volstrekt begrip, maar
als je in een gemeenteraad zit
De heer GARRITSEN: Ik wil graag wat duide
lijkheid, want ik begrijp de heer Ten Wolde niet.
Ik ben van mening dat de Partij van de Arbeid zich
in het college best wat mag profileren, maar de
V.V.D. is dan altijd de eerste die gilt dat dat
niet kan. Is zij soms uit op een breuk in het col
lege?
De heer TEN WOLDE: De heer Garritsen is al
tijd een meester in het niet goed luisteren. Ik
heb bedoeld te zeggen dat wij juist duidelijkheid
willen, met name om een profilering te bewerkstel
ligen
De heer GARRITSEN: Ik luister heel goed. Het
gaat er mij om
De heer TEN WOLDE: Als de heer Garritsen mij
even laat uitpraten zal hij vermoedelijk datgene
horen waarnaar hij vraagt.
De raad controleert het college en hij kan
het college al of niet ondersteunen. Om die reden
dient de raad op zijn minst de argumenten te horen
waarop de standpunten binnen het college zijn ge
baseerd, opdat hij tot een goede, verantwoorde af
weging kan komen. Wij worden nu geconfronteerd met
een situatie waarin de heer Van Dun in krachtige
termen
De heer GARRITSEN: Nu wil ik toch wel even
interrumperen, want de heer Ten Wolde heeft mij
totaal niet begrepen. In het verleden zijn herhaal
delijk minderheidsstandpunten geventileerd ik
kan er wel een opsomming van geven als men dat