1452
18 AUGUSTUS 1980
bij elk bestemmingsplan zal blijven hameren op de
wijzigingen die volgens zijn fractie moeten worden
doorgevoerd, om daarmee een signaal over te bren
gen. Ik heb daarvoor wel begrip, maar wij kunnen
er zo verdomd weinig mee doen. Wij knopen zijn
signaal wel in onze oren, maar er zal toch ook
moeten worden gewerkt. Ik zou het jammer vinden
als het signaal van de heer Van de Steenoven een
beetje het karakter zou krijgen van een misthoorn-
tje in de herfst; ik denk dat hij dat zelf ook
niet zal willen. Als wij zijn signaal niet kunnen
oppakken om er daadwerkelijk iets mee te doen,
ontstaat er mijns inziens een wat moeilijke dis
cussie en wordt er een zekere discrepantie teweeg
gebracht
De heer VAN DE STEENOVEN: De wethouder heeft
gesteld dat wij globaal achter een aantal feiten
zullen aanlopen. Ik hoopte daaruit te kunnen be
grijpen dat ook de wethouder van mening is dat de
situatie zoals die zich nu voordoet in de volks
huisvestingssfeer en ook de gegevens anders zijn
dan vier jaar geleden, toen wij het structuurplan
vaststelden, zodat er op langere termijn een aan
passing van de plannen zal moeten plaatsvinden.
Als de wethouder dat erkent, is de discussie niet
voor niets gevoerd.
Wethouder VAN DUN: Ik wil stellen dat de op
merkingen die nu zijn gemaakt voor zover zij rea
liteitswaarde hebben een bijdrage kunnen leveren
tot de meningsvorming omtrent de planvorming op
lange termijn. Als wij morgen zouden moeten begin
nen met de opstelling van een bestemmingsplan of
een structuurplan voor de Haagse Beemden zouden
daarin vermoedelijk modificaties zitten ten op
zichte van het basisplan; ik verzoek u echter mij
hierop niet te vangen bij de komende herziening
ui het structuurplan Haagse Beemden.
Ik hoop mij ontslagen te mogen achten van de
verplichting iets te zeggen over goede en slechte