1458
18 AUGUSTUS 1980
over de exegese van bepaalde elementen van het
programakkoord. Temeer daar de begrotingsbehande
ling al dichtbij is, lijkt het mij goed dat wij
daarop niet vooruitlopen en even rustig wachten.
De VOORZITTER: Inderdaad zal in het kader van
de behandeling van de begroting daarvoor alle
ruimte worden gegeven. Wel meen ik er nog op te
moeten wijzen dat het college door zijn wijze van
optreden op dit moment niet in strijd met de in
het programakkoord vastgelegde afspraken heeft ge
handeld. Ik neem die opmerking voor mijn eigen re
kening, maar ik denk dat zij ook juist is.
Wij zullen thans overgaan tot besluitvorming.
De heer GARRITSEN: Ik ben tegen dit voorstel.
De heer VAN DE STEENOVEN: Dat geldt uiteraard
ook voor de Partij van de Arbeid, gezien hetgeen
ik naar voren heb gebracht.
Hierna wordt het voorstel van burgemeester
en wethouders in stemming gebracht en met 2 2
tegen 14 stemmen aangenomen.
VOOR stemmen: de heren Neeb, Veelenturf,
Brooimans, Suurmeijer, Taks, Kammeraat, Koerts-
huis, Peeters, Van Dun, Schuring en Van den
Broek, mevrouw Van Rooij-van den Heuvel, de
heren Van Dongen, Van Banning en Van den
Wijngaard, mevrouw Den Ouden-Jansen, de heren
Römkens, Gielen, Goos, Van Asseldonk, Sand-
berg en Ten Wolde.
TEGEN stemmen: de heer De Brouwer, mevrouw
Saelman-Boelende heren Garritsen, Van de
Steenoven, Martens, Oomen, Crul en Paquaij
mevrouw Elie-van Es, de heren Hendriksen,
Dreef en Welschen en de dames Stutterheim-
Edeling en Paulusscn.