18 AUGUSTUS 1980 1469 moet worden gelegd en vandaar dat ik positief sta tegenover de motie en het amendement van de Partij van de Arbeid. De heer DE BROUWER: Ik wil namens de fractie van D'66 een tweetal kanttekeningen bij dit voor stel maken. In de eerste plaats wil ik iets opmer ken met betrekking tot de kantorenkwestie. Het is u genoegzaam bekend dat ook wij van mening zijn dat voldoende vrije kantoorruimte aanwezig is, ze ker in de binnenstad; daaraan behoeft niet nóg meer te worden toegevoegd. Er is een aanmerkelijk overschot en dat behoeft niet te worden vergroot. Daar komt nog bij dat in geval van kantorenbouw op die plaats nóg meer parkeerruimte zal moeten worden gecreëerd aangezien dan nóg meer auto's zullen worden aangetrokken. Die parkeervoorzienin gen vergen een bepaald ruimtebeslag en die ruimte zal dus niet meer voor woningbouw kunnen worden gebruikt. Het is wel triest en eigenlijk ook gro tesk van de V.V.D. te horen dat in het weekend de kinderen op die lege parkeerplaatsen kunnen spelen. Dat moet dan zeker een soort van compensatie zijn voor het feit dat de kinderen door de week niet kunnen spelen als gevolg van de aanwezigheid van auto's. Dit is toch wel een zeer vreemde redene ring De heer TEN WOLDE: In dit bestemmingsplan wordt per bepaald aantal huizen van een zekere op pervlakte aan speelgelegenheid uitgegaan en voor wat dat betreft is er geen verschil met andere be stemmingsplannen, maar in dit gebied zullen ook de lege parkeerplaatsen 's avonds en in de weekends als speelplaats kunnen worden benut. De heer DE BROUWER: Ik vind dat de heer Ten Wolde ons met deze toelichting nog verder om de tuin leidt. Ik wil ook nog iets zeggen over de stichting. Indien er ook maar enige twijfel bestaat omtrent

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1469