18 AUGUSTUS 1980
1471
aanleiding van een specifieke opmerking die de
heer Van de Steenoven heeft gemaakt verwijs ik
niet alleen naar het structuurplan voor de binnen
stad, en düs het programakkoord, maar ook naar de
besluitvorming van de raad van 11 juni 1979. Daar
bij hebben we met name in het kader van de sanering
van het grondbedrijf B duidelijk het bouwprogramma,
de financiële vertaling en de financiële verschui
vingen ten aanzien van een aantal binnenstadsont
wikkelingen vastgesteld. Terecht merkte de heer
Van de Steenoven op dat dit bestemmingsplan een
aanzienlijk overschot oplevert. Hij heeft gesteld
dat dat eigenlijk zou moeten worden gebruikt om do
huren lager te doen uitkomen, opdat de woningen
voor de laagst betaalden toegankelijk worden, maar
zo lust ik er nog wel een stuk of vijf! Eerlijk
gezegd vind ik dat nou gewoon volksverlakkerijOp
11 juni 1979 hebben wij een besluit genomen en
daarbij hebben we duidelijk aan de raad laten zien
waar dat overschot naartoe gaat. Er zou misschien
kunnen worden gesuggereerd dat het in 's rijks
c.q. de gemeentelijke schatkist terecht zal komen,
maar niets is minder waar. Wij saneren grondbedrijf
B en zijn daardoor in staat te komen tot redelijke
bebouwing van de Leuvenaarstraat en de Middellaan.
Men zal ongetwijfeld nog weten dat we vanuit die
pool ook nogal het een en ander voor de Gerardus
Majellawijk beschikbaar hebben gesteld. Ik vind
het reëel dat ook dat tegelijkertijd wordt vermeld.
Het is in dit verband niet terecht het singulier
gebeuren van het Sluissingel-plan op zichzelf te
bekijken en te zeggen dat daarop geld overblijft
Alle sprekers vanuit de raad hebben aan met
name twee zaken aandacht besteed, namelijk aan de-
kwestie van de kantoren en aan de kwestie van de
N.S.A.W. c.q. het niet bouwen door de woningbouw
verenigingen
Ik hoop dat ik het ov< r de kantorenkwestie
kort mag maken, want wij hebben daarover al vaker
in de raad gediscussieerd; het is geen nieuw item.
Het doet mij en vermoedelijk ook collega Sandberg