1474
18 AUGUSTUS 1980
de minister op 56 vragen over dit onderwerp uit
voerig geantwoord.
Wethouder VAN DUN: De heer Garritsen sprak
niet over de antwoorden van de minister, maar over
de documentatie van Rudie van Meurs en daarover
mag ik dan toch ook wel praten?
De heer GARRITSEN: In die documentatie van
Rudie van Meurs staan ook de antwoorden van de
minister
Wethouder VAN DUN: Ik onthoud mij van deze
discussie indien u daarmee kunt instemmen, want
ik meen dat die geen zinvolle oplossing van de
problematiek kan bieden. Op de vraag of deze stich
ting mag bouwer kan alleen maar bevestigend worden
geantwoord; ik geloof ook niet dat daarover in de
raad verschil van mening bestaat. Het bouwen van
woningen voor één- en tweepersoonshuishoudens
heeft de minister namelijk in een ruimer kader ge
bracht, in die zin dat het niet per se een woning
bouwvereniging of een toegelaten instelling moet
zijn die deze bouwt, maar dat daarvoor ook in aan
merking kunnen komen stichtingen met een ideële
doelstelling die geen winst beogen. In dit verband
is interessant de vraag waarom de minister dat
toestaat en waarom hij meer participanten in den
lande heeft aangewezen voor de bouw van woningen
voor één- en tweepersoonshuishoudens. Ik weet dat
niet, maar het is mogelijk dat naar het vermoeden
van de minister de kar niet alleen zal kunnen
worden getrokken door de huidige toegelaten in
stellingen, de woningbouwverenigingen.
Ik vind het wat moeilijk om op dit moment
uitgebreid te spreken over de woningbouwverenigin
gen in dit kader. Het lijkt mij beter dat wij de
huidige, wat fragiele, situatie met een aantal wo
ningbouwverenigingen zo sereen mogelijk houden en
geen katten in de gordijnen jagen. Vandaar ook
Jat ik evenmin wil ingaan op verhalen die de heer