1478 18 AUGUSTUS 1980 een kantoorbestemming heeft gekregen. Wij hebben niet concreet uitgesproken wie naar onze mening de geplande woningen zou moeten realiseren en wij hebben ook in de motie niet over Centraal Wonen gesproken; ik wil die instelling nu alleen bij wijze van voorbeeld noemen. De kwestie rond cen traal wonen en de vraag wat voor soort woningen zouden moeten worden gebouwd is nogal ingewikkeld. Ik verwijs hierbij naar de brochure "In de groei" die wij van het rijk hebben ontvangen en waarin ook op het centraal wonen wordt ingegaan. Daarin wordt aangegeven dat in de gemeenten waar al cen traal wonen-projecten zijn gerealiseerd deze op verschillende wijzen zijn uitgevoerd. Ik wil over dit onderwerp nu geen discussie aangaan, maar als ons amendement wordt aangenomen zal ik het wel plezierig vinden indien dan wordt bekeken in hoe verre het mogelijk is dat Centraal Wonen ook in Breda de gelegenheid krijgt iets te realiseren. Wij vragen ons af waarom er voor het onder havige terrein nu juist kantoren zijn gepland. De suggestie is gewekt dat de Partij van de Arbeid helemaal geen kantoren zou willen realiseren, maar wij gaan er toch wel mee akkoord dat daar het ge rechtsgebouw wordt gerealiseerd. Wij zeggen dus echt niet dat er alleen maar woningen moeten wor den gebouwd. De heer Ten Wolde heeft gesteld dat er zijn inziens in de binnenstad van gevarieerde bebouwing sprake moet zijn, maar er zal variatie genoeg zijn, gelet op het enorm grote gerechtsge bouw dat er zal komen en-het belastingkantoor dat er al staat. Ik wil erop wijzen dat ook de Stede- bouwkundige Adviesraad heeft geadviseerd minder kantoren op dat terrein te realiseren dan nu is gepland, zodat wij blijkbaar niet de enigen zijn die die mening zijn toegedaan. De wethouder heeft meegedeeld dat de N.S.A.W. de gestelde voorwaarden heeft geaccepteerd, wat ons voor een belangrijk deel geruststelt, maar er blijven natuurlijk nog wel vraagtekens bestaan. Ik ben wel geen accountant, maar er rijzen bij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1478