1482 18 AUGUSTUS 1980 functioneren, die wij dan ook dienen in te scha kelen. De exploitatie-opzet is sluitend en op zich zelf is dat natuurlijk gunstig, maar de huurprij zen zijn in een maand tijd in de commissie is daarover ook al gesproken met 30,- tot 40,- omhoog geschroefd. In een bericht van juni aan de commissie en de stuurgroep werd een bepaald huur bedrag genoemd, maar een maand later werden wij in de commissie met een huurprijs geconfronteerd die 30,- tot 40,- hoger lag. Ook op dat punt heb ik mijn twijfels. U kunt wel zeggen dat er goede afspraken zijn gemaakt, maar de huurprijs is binnen het geheel een uitermate belangrijk as pect. De heer DE BROUWER: Naar aanleiding van het betoog van de wethouder zijn er nog drie vragen bij ons gerezen. In de eerste plaats vragen wij ons af waarom de gemeente toch met meergenoemde stichting in zee gaat, terwijl de woningbouwverenigingen meer dan eens te kennen hebben gegeven dat zij een derge lijk project kunnen realiseren, waartoe zij door de wethouder kennelijk ook wel in staat worden ge acht. De stichting beoogt weliswaar niet het maken van winst, maar het maken van winsten wordt haar toch nergens verboden. De gemeente kan via de vier voorwaarden, die de stichting zou hebben geaccep teerd, geen enkele greep hebben op de winstbestem ming.. Er wordt een aantal stringente voorwaarden aan de stichting opgelegd. De woningbouwverenigin gen kunnen zonder meer aan die voorwaarden vol doen dat is inherent aan hun functie als wo ningbouwcorporatie uitgezonderd wellicht de vierde voorwaarde, namelijk 100% toewijzing door de gemeente. Evenals de heer Garritsen vraag ik mij af waarom een zo ingewikkelde kunstmatige constructie voor stichting, exploitatie en beheer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1482