18 AUGUSTUS 1980 1485 fractievoorzitter van het C.D.A., de heer Eissens uitsprak ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de Algemene Woningbouwvereniging eigenlijk hebben betekend, gelet op het standpunt dat nu door de fractie van het C.D.A. in de richting van de woningbouwcorporaties naar voren wordt gebracht. De heer GOOS: De heer Eissens is er nu niet, zodat hij daarover ook geen verantwoording kan af leggen De heer GARRITSENMisschien kan de heer Röm- kens er iets over zeggen! Wethouder VAN DUN: Ik zal niet meer spreken over de kantoren, want ik meen dat daarover vol doende is gezegd. Ik vind dat er een wat vreemd element in de discussie zit. In zekere zin heb ik wel begrip voor de wat kritische geluiden vanuit de raad, maar eerlijk gezegd kan ik mij helemaal vinden in de onverbloemde, niet kritische lofuitingen in de richting van de woningbouwverenigingen; ik druk mij dan nog heel erg sympathiek uit. Ik wil niemand hier te na spreken en zeker niet degenen die hier niet aanwezig zijn, maar laten we wel eerlijk te gen elkaar zeggen men praat zo gemakkelijk over de stuurgroep en over de woningbouwprogramma's dat het woningbouwprogramma voor woningen voor één- en tweepersoonshuishoudens bij de woningbouw verenigingen erg moeilijk van de grond komt. Ik had dit niet willen opmerken, maar ik vind het nu toch wel goed hierop te wijzen. Men heeft dit uit gelokt vanwege het feit dat niemand daarover ook maar één woord heeft gezegd. Men doet het voorko men alsof het college het redelijk fout doet, waarbij ik natuurlijk voorop loop, alsof de Neder landse Stichting Aangepaste Woonvormen een heel moeilijke en verdoemde stichting is en alsof de woningbouwverenigingen de heilige in het huis zijn. Dit is geen juiste rechtsbedeling en vandaar mijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1485