18 AUGUSTUS 1980 1489 wethouder naar voren heeft gebracht. Wij handhaven de motie evenwel vanwege het luchtje dat aan de stichting zit. Wij blijven daarmee moeite houden. Het amendement van de heer Van de Steenoven c.s. wordt in stemming gebracht en met 22 te gen 14 stemmen verworpen. TEGEN stemmen: de heren Neeb, Veelenturf, Brooimans, Suurmeijer, Taks, Kammeraat, Koerts- huis, Peeters, Van Dun, Schuring en Van den Broek, mevrouw Van Rooij-van den Heuvel, de heren Van DongenVan Banning en Van den Wijngaard, mevrouw Den Ouden-Jansen, de heren Römkens, Gielen, Goos, Van Asseldonk, Sand- berg en Ten Wolde VOOR stemmen: de heer De Brouwer, mevrouw Saelman-Boelende heren Garritsen, Van de Steenoven, Martens, Oomen, Crul en Paquaij mevrouw Elie-van Es, de heren Hendriksen, Dreef en Welschen en de dames Stutterheim- Edeling en Paulussen. De heer DE BROUWER: Wij vinden de motie niet erg sterk, want daarin wordt het college alleen maar iets in overweging gegeven en daaraan kan geen enkel college zich een buil vallen. Het zou iets anders zijn als de raad het college via een motie iets zou opdragen, maar voor zover ik weet is dat nog nimmer voorgekomen. Wij handhaven onze twijfels omtrent het door het college in zee gaan met deze stichting. Die twijfels zijn alleen maar vergroot vanwege het feit dat de wethouder de vierde voorwaarde achter af als reden aanvoert om toch vooral met die stich ting zaken te doen, terwijl vooraf daarover niets bekend was Wij zullen de motie ondersteunen, omdat de intentie daarin ons aanspreekt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1489