11 SEPTEMBER 1980
1526
geval wel dat de raad niet volledig op de hoogte
is gehouden van de zaak-Nijs en van het1 instellen
van hoger beroep in dezen.
De heer NEEB: Ik heb niet gesteld dat de com
missie niet is geïnformeerd, maar ik heb gevraagd
waaróm dat niet is gebeurd.
De VOORZITTER: Ik stel voor dat de heer
Brooimans nu eerst zijn betoog afrondt.
Wethouder BROOIMANSIk wil nogmaals zeggen
dat ik het antwoord op de vraag over het pand
Ginnekenweg 90 schuldig moet blijven, omdat ik dat
op dit moment niet uit de stukken kan distilleren.
Wel kan ik opmerken dat er in het pand Ginne
kenweg 90 een intacte aansluiting was. Voor zover
ik mij kan herinneren is die kwestie nogal geruis
loos verlopen. De heer Nijs had de gemeente ver
zocht in te grijpen en de president van de recht
bank stelde dat aan de levering van nutsvoorzie
ningen een einde diende te komen. Op het moment
waarop een en ander moest worden uitgevoerd hadden
de krakers inmiddels het pand verlaten.
De heer GARRITSENIk wil hierbij wijzen
dit betreft niet de heer Nijs, maar een ander per
soon op een pand aan de Grote Markt dat niet is
ontruimd.
Wethouder BROOIMANS: Daarop zal ik dadelijk
nog ingaan.
De heer Garritsen heeft gesteld dat het pre
advies erg summier is, maar daarover heb ik mijn
mening al gegeven.
Hij heeft vervolgens gesproken over een anti-
kraakwet, maar daaraan wil ik voorbijgaan.
Naar de mening van de heer Garritsen is het
voorts een taak van de gemeente voorzieningen te
treffen voor wat betreft de levering van gas, wa
ter en licht. De gemeente wil uiteraard alle