1529 11 SEPTEMBER 1980 om de vergadering een ogenblik te schorsen. Mevrouw SAELMAN-BOELENIk ben het daarmee niet eens. Ik wil eerst van de wethouder een ant woord op mijn vragen horen, zo hij ertoe in staat is daarop te antwoorden. Ik neem het hem helemaal niet kwalijk dat hij nog niet heeft geantwoord, want mijns inziens betreffen al de gestelde vragen zijn portefeuille niet, maar aangezien hij voor de beantwoording in dezen is aangewezen zal ik wel graag een antwoord van hem horen. De VOORZITTER: Ik mag toch ook wel een paar opmerkingen namens het college maken, mevrouw Saelman? Mevrouw SAELMAN-BOELEN: Alle sprekers hebben een antwoord gekregen op hun vragen en ik vind dat ook wij daarop recht hebben. Ik wijk van die me ning niet af. De VOORZITTER: Ik wil mij graag het recht toeëigenen om ook enkele opmerkingen te plaatsen. Wellicht kan ik daarbij ook iets van een beant woording van uw vragen vermelden. Als u speciaal uitsluitsel van de wethouder wilt hebben is het verstandig eerst even mijn antwoord af te wachten en dan na te gaan wat daaruit voor de verdere behandeling moet worden geconcludeerd. Dat lijkt mij een juiste gang van zaken. Naar aanleiding van het verloop van de dis cussie wil ik allereerst ingaan op de verschillen de meningen in het college die zojuist door wet houder Brooimans zijn verwoord. Zoals door enkele raadsleden is opgemerkt hebben wij voor een zeer ongebruikelijke formulering gekozen. Ik geloof dat we daarvan moeten uitgaan. De raad ziet geen col- legebesluit; de stemmingen zijn, zoals men zelf heeft kunnen constateren, verdeeld uitgevallen. Dit neemt echter niet weg dat het college van bur gemeester en wethouders, dat daarover gisteren

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1980 | | pagina 1529