1543
11 SEPTEMBER 1980
haalbaarheid wellicht op 5 dan wel op 1% kan wor
den geschat?
Wij beschouwen het ter tafel liggende voor
stel eigenlijk helemaal niet als een conditioneel
voorstel. Het is heel duidelijk dat het college
de zaak toch weer naar zich toe trekt. In uiter
ste instantie hoeft het college de uitspraak van
de raad eigenlijk niet eens op te volgen. Volgens
het voorstel is het college kennelijk nog steeds
gemachtigd zelf te bepalen of het al dan niet in
cassatie wil gaan. Mijn concrete vraag is: op wel
ke gronden beoordeelt het college straks of het
advies al dan niet positief is?
Tot slot: wij behouden ons het recht voor
straks nog op het amendement terug te komen.
De heer GARRITSEN: Naar mijn mening de
P.v.d.A. blijkt er in wezen hetzelfde over te den
ken gaat het om een politieke zaak, terwijl met
name de fractie van de V.V.D. er zuiver een juri
dische zaak van aan het maken is. Men vraagt zich
af hoe groot de kans op een gunstig resultaat in
het geval van cassatie is. De grootte van die kans
vormt dan een belangrijk argument. Hetzelfde is in
wezen ook aan de orde bij de beoordeling door het
C.D.A. van de vraag of het zin heeft beroep in
cassatie in te stellen.
Ik ben van mening dat het allereerst om een
politieke zaak gaat. Het gemeentebestuur is mijns
inziens politiek verantwoordelijk voor de mate
waarin de Bredase burgers over bepaalde voorzie
ningen kunnen beschikken. Het maakt daarbij geen
verschil of die burgers noodgedwongen in een kraak
pand wonen omdat Breda ruim 6.000 woningzoekenden
heeft. Wetende hoeveel kraakpanden er in Breda
zijn het gaat niet alleen om Ginnekenweg 90 of
om de Grote Markt, maar het gaat om tientallen ge
kraakte panden vraag ik mij af of de gemeente
het voor haar verantwoording kan nemen de betrok
kenen zonder de meest noodzakelijke voorzieningen
te zetten. Ik vind dit dec te merkwaardiger als